Een groot deel van de energie die je gebruikt, is voor de verwarming van je huis en voor warm water. Dit willen we in Apeldoorn in 2050 helemaal zonder aardgas doen.
Met bestaande bronnen je huis verwarmen en douchen, mooi alternatief voor aardgas.
Een groot deel van de energie die je gebruikt, is voor de verwarming van je huis en voor warm water. Dit willen we in Apeldoorn in 2050 helemaal zonder aardgas doen.
Elektrisch verwarmen en water warm maken, kan bijvoorbeeld met een warmtepomp. Zonne-energie levert hiervoor een belangrijk deel van de duurzame elektriciteit die nodig is. Maar nog niet genoeg. Daarom blijven we zoeken naar andere bronnen die voor warmte en warm water kunnen zorgen. Dat zijn geen bronnen waarbij we elektriciteit opwekken zoals zonne- en windenergie. Maar het gaat om het gebruiken van al bestaande (warmte)bronnen. Of om het maken van brandstof zoals waterstof.
Per wijk onderzoeken we andere warmtebronnen. Want welke warmtebron het beste is, hangt van veel dingen af. Hoe makkelijk is de bron beschikbaar? Hoe groot is de bron? Wat zijn de kosten? En hoe groot is de afstand tussen de bron en de plek waar de warmte nodig is? Op dit moment zijn we bezig in wijken die als eerste de overstap van aardgas naar duurzame warmte maken. Samen met de bewoners kijken we welke andere warmtebonnen we kunnen gebruiken.
Bij ondiepe geothermie halen we warmte uit een diepte van ongeveer 250 tot 1000 meter. De temperatuur van deze warmte is ongeveer 25 tot ongeveer 50 ºC. Deze warmte is geschikt voor de verwarming (vloerverwarming). Of we maken de temperatuur met warmtepompen hoger.
Bij diepe geothermie halen we warmte uit waterdoorlatende lagen op een diepte van ongeveer 1500 meter tot 4 kilometer. Op twee tot drie kilometer diepte bevindt zich water met een temperatuur van wel 70 tot 100 ˚C. Deze warmte is geschikt voor de verwarming van warmtenetten.
Het SCAN programma doet onderzoek naar aardwarmte en wordt uitgevoerd door Energie Beheer Nederland (EBN). SCAN doet ten oosten van de A50 onderzoek in de ondergrond naar aardwarmte.
Er zijn industriële processen en bedrijven waar koeling nodig is. Hier ontstaat vaak warmte die afgevoerd wordt in de lucht of in het water. Denk hierbij aan vrieshuizen en datacenters. Deze restwarmte kan warmte aan een warmtenet geven.
Bij aquathermie gaat het om verschillende manieren om warmte te winnen uit water. Er zijn meestal drie bronnen: warmte uit oppervlaktewater, afvalwater en uit drinkwater.
Biogas en groengas worden allebei van biomassa (zoals mest, fruit- en tuinafval en slib) gemaakt. Door deze biomassa te vergisten ontstaat biogas. Dit gas kan niet gemengd worden met aardgas. Daarom is er een zelfstandig gasnetwerk nodig. Bij de RWZI Apeldoorn van het Waterschap Vallei en Veluwe maken ze biogas uit rioolslib. Ze gebruiken het in gasmotoren waarmee groene elektriciteit wordt gemaakt. De gebouwen in Zuidbroek krijgen de warmte uit deze gasmotoren. Zuidbroek is daarmee de eerste aardgasvrije wijk van Apeldoorn geworden.
Als we van biogas aardgaskwaliteit maken, noemen we het groengas. Dit kan wel met aardgas gemengd worden. We kunnen het dan ook in het bestaande gasnet invoeren. Om veel groengas te maken, is er veel biomassa en een grote vergistingsinstallatie nodig. Of er genoeg mest beschikbaar is om genoeg groengas te maken, is sterk afhankelijk van de toekomstplannen voor de intensieve veehouderij.
Waterstofgas maken we door water te splitsen in waterstof en zuurstof. Het kan gebruikt worden in het bestaande gasnetwerk. Waterstof is niet altijd duurzaam. Het hangt ervan af hoe we het maken. Dat kan met aardgas, maar waterstof is pas echt een duurzame bron als we het met duurzaam opgewekte elektriciteit maken. Dit noemen we groene waterstof.
Waterstof kan in de toekomst in grote hoeveelheden beschikbaar komen, maar zal dan vooral gebruikt worden voor het leveren van piekvermogen aan warmtenetten, en voor de zware industrie, luchtvaart, scheepvaart en mogelijk zwaar transport. De kosten kunnen ook sterk dalen, maar veel is nog onzeker. Waterstof kan in de toekomst voor de gebouwde omgeving een interessante warmtebron zijn. Want er is voor het gebruik van waterstof alleen een andere gasketel nodig. Wel is de overstap op elektrisch koken noodzakelijk. We rekenen er niet op dat betaalbare waterstof al de komende 15 tot 25 jaar voor het verwarmen van gebouwen beschikbaar zal komen.
Meer informatie over duurzame bronnen, vind je in de Transitievisie Warmte.