Met de zomer in aantocht is het tijd om ons huis voor te bereiden op de warmere dagen. Niet alleen willen we comfortabel kunnen genieten van de zon, maar ook willen we energie besparen. Gelukkig zijn er enkele gemakkelijke manieren om de hitte bij je thuis te verminderen, zelfs zonder airconditioning.
In Apeldoorn merken we het ook: de zomers worden warmer. Maar niet iedereen in onze stad heeft een koele plek thuis. Dat laten onderzoekers van de regionale GGD's weten. Vooral in de stad is het een probleem: meer dan de helft, zo’n 57% tot 61%, van de mensen heeft geen goede plek om af te koelen. Dit is een stuk meer dan in een niet-stedelijk gebied waar het percentage rond de 43 tot 48% ligt.
Waarom worden huizen zo warm?
Onze huizen zijn eigenlijk niet gemaakt voor zoveel warmte. Mooie grote ramen laten veel zonlicht binnen, maar zonneschermen ontbreken vaak. Ook in onze tuinen hebben we te weinig schaduw, waardoor de zomers behoorlijk vervelend kunnen worden. Waar wat kan je nou doen om dit probleem tegen te gaan? We geven je graag een paar voorbeelden.
- Schaduwrijke plekken: Plant bomen of struiken in je tuin om schaduw te creëren. Zo blijft je huis koeler doordat direct zonlicht wordt tegengehouden.
- Bescherm je ramen: Installeer zonwering voor ramen en deuren om direct zonlicht buiten te houden. Dit helpt om de hitte buiten te houden en je huis koel te houden, zelfs op de warmste dagen.
-
Beperk hittebronnen: Vermijd het gebruik van warmtebronnen zoals ovens en lampen tijdens de warmste uren van de dag. Dit helpt om de temperatuur in huis te verlagen en hittestress te verminderen.
Simpele maatregelen die helpen
Verder zijn er ook kleinere maatregelen die je kunt toepassen. Allereerst kun je een waterbesparende douchekop installeren. Zo kun je nog steeds genieten van een verfrissende douche én bespaar je water en geld. Daarnaast is het verstandig om tochtstrips rond ramen en deuren te plaatsen om de warmte buiten te houden. Een regenton is ideaal om regenwater op te vangen en je planten mee te bewateren.
Lees op de website van de GGD het hele onderzoek.